Therapieën voor bijkomende problemen

Kinderen met het Dravetsyndroom hebben vaak een ontwikkelingsachterstand die gepaard gaat met taal-, motorische-, en gedragsproblemen. Met extra therapie kunnen patiënten ondersteund en begeleid worden, waar nodig.

Spraaktherapie/logopedie

Bij een logopedist of spraaktherapeut kunt u terecht als er problemen zijn bij de spraak/taalontwikkeling, of als er stoornissen zijn bij het eten, drinken en de speekselbeheersing (kauwen en slikken). Bij kinderen met het Dravetsyndroom verloopt het verwerven van taal niet altijd vanzelfsprekend. Soms ontstaat er een spraal/taalachterstand. Er kan een test afgenomen worden om het taalniveau van het kind te bepalen. Therapie kan helpen om de woordenschat uit te breiden en woord- en zinsvorming te stimuleren. Dit gebeurt vaak op speelse wijze. Als de spraak/taalontwikkeling heel erg achterblijft. of het kind heeft grote behoefte aan een duidelijke (dag)structuur, dan kan het gebruik van ondersteunende gebaren, picto's, foto's of verwijzers uitkomst bieden. De logopedist kan het kind, maar ook de mensen rondom het kind (het gezin, de leerkracht enz.) helpen om deze vormen van ondersteunende communicatie in het dagelijks leven te gaan gebruiken.

Fysiotherapie/kinesitherapie

Deze therapie is gericht op het ontwikkelen van de fijne- en grove motoriek. De therapie richt zich op kinderen waarbij de motorische ontwikkeling trager verloopt.  Bij neurologische problemen wordt vaak bobath therapie opgestart (therapie voor de neuromotoriek).

Ergotherapie

Een ergotherapeut begeleidt kinderen in het terugwinnen, verbeteren en/of in stand houden van hun functioneren.  Het leren optimaal zelfstandig handelen is het doel van de ergotherapeut.

Speltherapie

Speltherapie stimuleert de ontwikkeling van uw kind.  Door speltherapie kan uw therapeut zien welke emotionele en/of gedragsproblemen u kind heeft.

Voor alle teksten, foto's etc. van de website www.dravetsyndroom.eu geldt copyright ©2014 Stichting Dravetsyndroom Nederland/Vlaanderen.